Cholpon-Ata

Cholpon-Ata

Een badplaats aan de oever van het Issyk-Kul meer met een openluchtmuseum met petroglyfen

De petroglyfen van Cholpon Ata bevinden zich op een heilige plaats waar godsdienstige ceremonies plaats vonden, die de spirituele wereld verbond met het leven van de nomadische bevolking aan het Issyk-Kul meer.

Cholpon Ata is een badplaats aan de noord kant van het Issyk-Kul meer, met een inwonersaantal van 10. 525.personen. Het is het administratieve centrum van de streek en ligt tussen Tamchy en Bosteri.

In de stad zijn talrijke sanatoria, grote en kleine hotels en guesthouses waar de vele gasten, die in de zomermaanden het meer bezoeken, kunnen verblijven. In de Sovjettijd kwamen hier vaak vakantiegangers in grote groepen uit alle delen van de USSR. Tegenwoordig komen hier vooral individuele badgasten en hoofdzakelijk uit Kyrgyzstan, Kazachstan en Oezbekistan. Om meer gasten uit andere landen aan te trekken zullen de bestaande faciliteiten aanmerkelijk verbeterd moeten worden, de locatie is het echter zeker waard.  Het uitzicht op de imposante bergen van de Tian Shan bergketen aan de overkant van het meer, is indrukwekkend.  In Cholpon Ata is een klein museum en het openluchtmuseum met ongeveer 2000 petroglyfen die uit de 7e eeuw BC tot de 13e eeuw AD stammen.

De legend van Cholpon Ata (en nog een reden voor het bestaan van het Issyk-Kul meer)

Heel lang geleden, vele Jaren voordat het Issyk-Kul meer bestond, leefde er in een stad een rijke en machtige Khan. Hij was niet alleen rijk en machtig maar ook uitermate wreed. Bijna iedere dag werd er wel iemand, waar de Khan zich aan geërgerd had, over de muren van de stad op de rotsen te pletter gegooid

Aan een riviertje in een dal leefde een oude boer met zijn enige dochter, Cholpon genaamd. Haar schoonheid was legendarisch en alle plaatselijke   djigits (jonge mannen op vrijersvoeten) hadden al eens geprobeerd het meisje voor zich te winnen maar ze sloeg hun avances altijd af en zei dat er een ander was van wie ze hield. Maar wie was dat dan wel? Het leek erop dat ze dit zelf ook niet wist.  Op een dag, toen de zon net over de bergen kwam, verscheen er een onbekende djigit op een wit paard en hij nam haar mee de bergen in waar een plotselinge wervelstorm hen mee voerde over de met sneeuw bedekte bergtoppen

Daar nam hij haar in zijn armen en kuste haar. Hij gaf haar een ring en zei dat als ze deze ring nooit af zou doen ze ook nooit door het ongeluk getroffen zou worden. Hij bracht haar terug naar beneden en beloofde spoedig terug te komen.   

De Khan was niet alleen wreed maar had ook zeer wellustige trekken.  Om een dag horde hij over de dochter van deze boer en besloot dat hij haar wilde hebben. Hij zond dus een afgezand om haar te ontbieden an het hof, maar ze weigerde te komen. De Khan was hier over zeer verbolgen.   

Ook na vele dagen kwam de djigit niet terug naar het meisje waarop ze de bergen in trok om hem te zoeken. Maar hoe ze ook zocht en waar ze ook keek, ze kon hem niet vinden. Zeer verdrietig begin ze aan de terugtocht uit de bergen en toen, plotseling, werd ze omsingeld door de manschappen van de Khan, ze werd geblinddoekt en mee gevoerd.

Toen de blinddoek af ging was ze in het paleis en stond ze voor de Khan. Hij probeerde haar het hof te maken en te verleiden, hij overlaadde haar met geschenken en beloftes, zelfs beloofde haar weer vrij te laten als ze zich aan hem zou geven. Ze besloot dat het beter was te sterven dan zich aan de Khan te geven, en ze vertelde ze de Khan dat ze een andere geliefde had en nooit de Khan zou willen toe behoren

Dit ergerde de Khan uitermate en hij besloot om als het dan niet                                  goedschiks kon, het maar kwaadschiks moest, hij zou krijgen wat hij wilde.   Als een wild beest vloog hij op haar af maar zij rende naar het raam, en terwijl ze uitriep “ nooit zal ik de uwe zijn” stortte ze zich uit het raam   .

De grond waarop ze viel, begon ineens te scheuren en er ontstonden talloze spelonken. Uit deze grotten stroomde ineens puur, kristalhelder lichtblauw water en dit bleef stromen tot de Khan, zijn paleis en al zijn onderdanen waren verzwolgen door het water.

Er wordt beweerd dat als je aan de oever van Cholpon Ata staat (Ata betekent vader in het Kyrgyz) en over het meer kijkt, je in de bergen het gezicht van de vader ziet en zijn zoute tranen stromen over zijn wangen en vullen het Issyk-Kul meer.  

Ook wordt er verteld  dat je op een rustige zomeravond  on het water de restanten van een oud fort kunt zien en Cholpon’s stem kunt horen in het suizen van de wind.